1853 onderzoek afbraak ophaalbrug Oldijk
In 1853 hadden Geputeerde Staten (GS) van Groningen een brief ontvangen van de Hoofdingenieur van Waterstaat met het advies 1853 onderzoek afbraak ophaalbrug Oldijk.
Daarop vroeg GS op 29 september 1853 aan de gemeente Ezinge om onderzoek in te stellen of deze klapbrug kon worden weggeruimd en de gebruikers (“regthebbenden”) ervan hierover te horen. De rechthebbenden waren de weduwe van Klaas Izebrands de Boer van Schoorsterweg 6 en Arend Gerrits Faanstra van Oldijk 1, die op die boerderij werkte.
Het college van B&W behandelde dit onderwerp in oktober 1853. Uiteraard waren beide belanghebbenden er helemaal niet voor om de klapbrug te slopen. Arend zou een flink stuk moeten omlopen om bij de boerderij te komen en de boerderij zelf had geen officiële uitweg meer richting Ezinge.
De gemeente vond, ook overwegende dat het een in hun ogen van belang zijnde publieke weg was, dat dit geen goed plan was en ging voorstellen er een vaste brug van te maken:
Een vaste brug is het nooit geworden…
Volgende periode