Historie van de Oldijk - Ezinge

1955 – juli 1962 Lambertus Oosterhoff en Detty Boersema

Op 7 mei 1953 kocht Lambertus (Bert) Oosterhoff ‘t Veloatje via een publieke verkoop van Siebe Oosterbeek.

Lambertus Oosterhoff is geboren op 24 augustus 1929 te Ezinge als boerenzoon van Albert Oosterhoff en Antje Keekstra op Oldijk 8 (zie Oldijk 8).
Detty Boersema is geboren in 29 juli 1930 in Niezijl als koopmansdochter van Jan Boersema en Maike Klamer (de opa van Detty, Hendrik Boersema, was slager in Grijpskerk; deze slagerij is daar nog steeds en wordt door zijn achterkleinzoon voortgezet).
Lambertus Oosterhoff en Detty Boersema trouwden in 1955.

Het eerste interview van ons onderzoek was met Arie Ritzema en Dien Ritzema-Hamming in Grijpskerk (Arie is gerboren en heeft vooral gewoond op Oldijk 10 en Dien ook op Zuiderweg 8). Zij wisten ons te vertellen, dat een familie Oosterhoff op ‘t Veloatje had gewoond en dat zij nu in Biddinghuizen woonden. Een speurtocht via internet leverde een telefoonnummer op en al snel reden we naar Biddinghuizen, waar we bijzonder hartelijk werden ontvangen door het echtpaar Oosterhoff.


Detty en Bert Oosterhoff in hun huis in Biddinghuizen, 2010

Zij vertelden dat ’t Veloatje in 1953 in deplorabele staat verkeerde, men noemde het “een krot”. Ook herinnerden ze zich, dat het” heel laag” lag. Toch heeft Bert Oosterhoff het in dat jaar gekocht.

De publieke verkoop van ‘t Veloatje

De koop van ’t Veloatje ging via een publieke verkoop. Het werd in het café de Brug (familie Franssens) per opbod verkocht. De verkoper, Siebe Oosterbeek, die in Duitsland woonde, was hierbij zelf niet aanwezig.
Bert Oosterhoff had veel contact met Ab van Dijk, die op Oldijk 1 woonde (zie Oldijk 1), omdat hij vaak voor hem werkte. Ab van Dijk had een loondorsbedrijf en was o.a. autoverhuurder. Ab van Dijk was de neef van Sietse van Dijk, die toen nog met zijn gezin op ’t Veloatje woonde. De “van Dijk’en” wilden ’t Veloatje graag in de familie houden, maar Bert wilde het ook graag kopen. Zo bedachten Ab van Dijk en Bert Oosterhoff het plan, dat Ab van Dijk in plaats van Bert Oosterhoff op het huis zou bieden. Toen de anderen merkten, dat Ab van Dijk maar bleef doorbieden, stopten zij. De notaris riep de hoogste bieder uiteindelijk naar voren om te tekenen voor de koop. De consternatie was groot, toen niet alleen Ab van Dijk, maar ook Bert Oosterhoff naar voren kwam! Hij betaalde er fl. 1.600 voor.



De bouwvergunning

In de jaren ‘50 en ‘60 van de vorige eeuw was er regelgeving voor krotopruiming. Onder een krot verstond men een voor verbouwing ongeschikte en niet meer te verbeteren woning. In 1953 stelde de gemeente Ezinge , in opdracht van de commissie krotopruiming en sanering, een lijst samen van het aantal ‘slechte woningen’, die volgens de criteria van de commissie onder het begrip ‘krot’ vielen en uiterlijk in 1960 vervangen moesten zijn. De gemeente Ezinge telde 90 van dergelijke woningen.


’t Veloatje in 1954, de kant van de werft/Oldijk (coll. fam. Oosterhoff)


’t Veloatje in 1954, de kant van de Oldijk (coll. fam. Oosterhoff)

Toen Bert Oosterhoff de bouwtekeningen van de verbouwing ter goedkeuring indiende, weigerde burgemeester H.J. Scheffer (burgemeester van 1946 tot 1967) zijn goedkeuring te geven. Volgens de burgemeester was het huis een krot en bovendien lag het op een onhandige plek, zo op die hoek van de Oldijk en de Van Swinderenweg. ’t Veloatje moest worden afgebroken, vond hij.
Maar als de woning als bedrijfswoning kon worden aangemerkt, was de krotopruimingsregeling niet van toepassing. Ab van Dijk had contact met burgemeester Scheffer. Hij was in die tijd de enige in het dorp met een auto, die hij verhuurde. Ab reed ook regelmatig als chauffeur de burgemeester naar allerlei bestemmingen. Bert Oosterhoff vertelde, dat Ab van Dijk graag wilde dat hij op ’t Veloatje kwam wonen, omdat hij Bert dan makkelijk kon roepen als hij hem nodig had. Ab van Dijk zei tegen de burgemeester, dat als deze geen goedkeuring zou geven hij ’t Veloatje zelf zou kopen. Hij zou dan Bert, “zijn werknemer” er in laten wonen zodat het een bedrijfswoning werd.
Twee dagen later kreeg meneer Bert toestemming voor de verbouwing.

De familie Sietse van Dijk bleef er eerst nog wonen. Sietse ging werken bij een boer in Den Ham (boerderij “Noorderham”, zie episode 22 oktober 1938 – 1954 Sietse van Dijk en Freerkje Zuidema), maar het arbeidershuisje, dat voor het gezin gebouwd werd, was nog niet klaar. In 1954 verhuisde het gezin naar de nieuwe woning en kwam ’t Veloatje leeg (zie episode 22 oktober 1938 – 1954 Sietse van Dijk en Freerkje Zuidema).


’t Veloatje 1954, voordeur aan de van Swinderenweg (deel foto fam. Oosterhoff)

De verbouwing

Nu de vergunning was afgegeven kon met de ingrijpende verbouwing worden begonnen. Op de bouwtekeningen werd eerst zoals gebruikelijk de oude situatie weergegeven:







Vervolgens hieronder de bouwtekeningen van de nieuwe situatie:






Op o.a. deze laatste bouwtekening is te zien, dat een stukje land langs de Oldijk bij ’t Veloatje hoort. Dit is geruime tijd in gebruik geweest door Oldijk 1. Met de komst van het elektriciteitshuisje, enige jaren geleden is het weer toegevoegd aan het land van ’t Veloatje. Het stukje land, waar het huisje op is geplaatst bleek van de boerderij van huidig (2020) familie Buist te zijn (Van Swinderenweg 24) en is door het energiebedrijf daartoe aangekocht. Zie verder hieronder

De bouwtekeningen zijn gemaakt door Piet Oosterhoff, de broer van Bert Oosterhoff.

Door het bouwen van het elektriciteitshuisje een paar jaar eerder (zie onderschrift plaatje hierboven) aan de Oldijk is voor mij pas duidelijk geworden dat er een stukje land van de boerderij Van Swinderenweg 22 langs de Oldijk lag. Dat stukje land hoorde vroeger (vóór 1825) bij de oude weg van Ezinge naar Den Ham. Na het graven van het Oldehoofsche kanaal is het oude tracé van de weg van Ezinge naar Saaksum verdeeld over de belendende percelen. Het oostelijke en zuidelijke deel van de oude weg werd voor de helft toegevoegd (net als het verlengde daarvan) aan het land van ’t Veloatje. Ook een klein stukje van de oude weg vanaf die weg naar Den Ham over de Oldijk werd gereconstrueerd. Omdat het land van nu Van Swinderenweg 24 aan dat stukje Oldijk als weg grensde is er een stukje van die oude weg toegevoegd aan het land van die boerderij. De (nieuwe) weg Oldijk is meer op de westkant van de oorspronkelijke dijk gelegd, dus meer aan de kant van Oldijk 1. Later is er een sloot gegraven van de Van Swinderenweg naar de Oldijk en verder in zuidelijke richting. Daardoor is het stukje land, wat oorspronkelijk van Van Swinderenweg 24 was aan de “verkeerde” kant van de sloot komen te liggen.


bovenaan de huidige Van Swinderenweg, op de hoek 't Veloatje. Zoals te zien is was de Oldijk (zie onderaan plaatje) oorspronkelijk breder ter hoogte van Oldijk 1 (kaartje Waterschap Bouwerderpolder van 1891). Oldijk 1 is zelf op dit plaatje niet weergegeven, omdat het huis niet in de Bouwerderpolder ligt.

Voor de verbouwing reden Bert en Detty een keer langs ’t Veloatje en Detty zei: “In zo’n krot wil ik niet wonen!”

De grote verbouwing werd uitgevoerd door timmerman G. Poppema uit Noordhorn, die per dag heel gedetailleerd bij hield, wat hij aan materiaal verbruikte:



Aan de hand van de rekening van de verbouwing is te zien, dat die heeft plaatsgevonden van april tot en met juli 1955.


De verbouwing van ’t Veloatje in 1955 in volle gang (coll. fam. Oosterhoff)

Op de bovenstaande foto is duidelijk te zien, dat er een nieuw dak op het voorhuis is gekomen. De muren moesten hoger in verband met de regelgeving. Er is een nieuwe buitenmuur om de bestaande halfsteens muur heen gezet. De melkenkamer en het washok zijn (helaas) afgebroken; deze ruimten bevonden zich vóór de huidige keuken, achterdeur en toilet. Ook het dak van het achterhuis is omhoog gebracht. Anders was het te laag om er een keuken in te bouwen.

De hele indeling binnen is volledig veranderd. De opvallendste verandering is de verplaatsing van de voordeur aan de van Swinderenweg naar de Oldijk-kant, waardoor ook de lange gang door het huis van zuid naar oost kwam te vervallen.
Het voorste gedeelte van ’t Veloatje werd opnieuw ingedeeld: De oude keuken werd een huiskamer en de oude huiskamer werd opgedeeld in twee slaapkamers. Eén slaapkamer was te bereiken via de nieuwe woonkamer en de andere slaapkamer vanaf de gang, die naar de nieuwe voordeur aan de Oldijk liep. De zolder werd bereikbaar gemaakt met een vaste trap en daaronder werd een voorraadkast gemaakt (de legplanken zijn nog van de oude bedstede-deuren).
In het achterhuis zijn de keuken en de w.c. (met vóór de achterdeur een septictank) geplaatst. De rest van het achterhuis bleef op dat moment stal- en schuurruimte. Van binnen heeft Detty Oosterhoff het oude huis nooit gezien.

Toen de verbouwing klaar was trouwden Bert en Detty en gingen op ’t Veloatje wonen. Daar kregen ze drie kinderen:

De kinderen werden alle drie geboren in de slaapkamer naast de huiskamer. Daar brandde een gaslamp en er was altijd een stormlamp bij de hand.


Het gezin Oosterhoff op het terrasje voor de keuken in 1958 (coll. fam. Oosterhoff)

Bert en Detty hadden het wat voorzieningen betreft in vergelijking met de andere bewoners van de Oldijk goed voor elkaar. Samen met buurman Ab van Dijk werd in 1961 vanaf de melkfabriek een sleuf gegraven voor de aanleg van elektriciteit. Dit zelf graven van de sleuf was voorwaarde, om elektriciteit aangelegd te krijgen. Dus ’t Veloatje en Oldijk 1hadden toen al elektriciteit, de rest van de Oldijk nog niet. Daarom had Detty Oosterhoff toen ook al een electrisch wasmachientje.


voorbeeld wasmachine uit ca. 1960

Er was ook al een waterleiding en een w.c. met spoeling. In de keuken stond een allesbrander. Voor de brandstof van deze allesbrander was een kolenhok gemaakt (zie bouwtekening nieuwe situatie). In de huiskamer stond een oliekachel, met het olievat ernaast; “een mooie zwarte”.

Verder werden voor de brandstof gasflessen gebruikt:


voorbeeld gasstrijkijzer

Door de weeks werd er in de keuken geleefd. Zondags was het gezin in de huiskamer. Gezellig, dan was Bert ook thuis! Gegeten werd er altijd in de keuken. In de huiskamer, aan de kant van de fabriek, zat indertijd een klein raam. De familie Oosterhoff beschikte over een radiootje, dat op batterijen werkte.

Vanaf de van Swinderenweg liep de grond stijl naar beneden, naar het huis toe. Zij hebben de grond bij de verbouwing iets opgehoogd. Er stond een hekje als erfafscheiding langs de berm van de Van Swinderenweg. Bert Oosterhoff was o.a. aan het werk bij Ab van Dijk, op de boerderij van vader (Oldijk 8) en ook elders op een boerderij.

Bij het huis was nog altijd de grote groentetuin. (zie episode 22 oktober 1938 – 1954 Sietse van Dijk en Freerkje Zuidema).


De moestuin langs de Van Swinderenweg. In de verte de contouren van de zuivelfabriek (coll fam. Oosterhoff)

Eerst werden door Detty de groenten geweckt. Haar zus had met haar man een slagerij (slagerij Wegter) in Aduard. Die slagerij had een grote diepvries in ruime vakken verdeeld, die gehuurd konden worden. Detty huurde zo’n vak en vanaf die tijd werden de meeste groenten van de moestuin daar ingevroren.

In de zomer van 1959 viel er vrijwel geen regen, de sloten stonden droog (het jaar was op twee na het droogste jaar van de eeuw, alleen 1921 en 1933 waren “droger”). Maar de groentetuin lag er goed bij, want zij hadden leidingwater om de groenten te bewateren. In die zomer waren de koeien van de achterbuurman (Van Swinderenweg 24) door de droge sloot het land van ’t Veloatje opgelopen en hadden de hele groentetuin leeggegeten. De fam. Oosterhoff kreeg vijfendertig gulden schadevergoeding om groenten in blik te kopen voor de winter.

Er was een aardappelkeldertje (deze is er nog; in de bijkeuken zit een luik, waaronder dit keldertje zich bevindt). Onderin lag turf tegen het vocht (Deze turfbroodjes lagen er nog, toen wij het huis in 1984 kochten. Daarom dachten wij, dat het een turfkeldertje was! Aart van Galen van Oldijk 3 wilde ze graag hebben en heeft er zijn kachel mee gestookt).

Op een dag had Detty aardappelen nodig, maar ze kon er niet goed bij. Haar zoontje Albert ging net naar de kleuterschool. Zij zette Albert in het keldertje en hij deed de aardappelen netjes in de emmer, maar wel met de nodige “toevoegingen”: een aardappel erin “verdikke”, andere aardappel erin: “verrek”, volgende aardappel erin: “bliksem” en dat ging zo door. “Heb ik geleerd van de jongens op school!”, zei de kleine Albert. Detty Oosterhoff moest er hartelijk om lachen! Voor de baby huurden ze een babyhokje (“lutjepotje”) bij de timmerfabriek. (Deze fabriek stond aan de van Swinderenweg en is in 1993 afgebrand). In die warme zomer van 1959 kon de baby van maart tot oktober buiten staan. Insecten werden zo buiten gehouden en de grotere kinderen konden geen spulletjes bij de baby gooien.


Een voorbeeld van een “lutjepotje” (babyhokje)

Ze hadden ook 20 tot 25 biggen. Er werden geen biggen geslacht, het was een varkensmesterij. Bert Oosterhoff kocht de biggen en verkocht ze, nadat ze ‘vetgemest’ waren.


Deze brief van de gemeente Ezinge spreekt voor zichzelf!

Vanuit de achterdeur konden de kinderen altijd veilig buiten spelen. Aan het huis bij het terras zat een hekje naar het pad dat naar de Van Swinderenweg liep. Daar op aansluitend zat een gazen hek, dat vóór de moestuin langs liep en terugboog en aansloot op het huis aan de kant, waar het kolenhok zat. De kinderen van de melkfabriek kwamen vaak bij hun spelen, want bij de melkfabriek konden ze dat niet veilig doen in verband met het melkvervoer.

Er was een trap naar boven, maar er waren daar nog geen kamers. Rechtsboven aan de trap stonden wel de laarsjes en wat spullen.

De ruiling

Bert zijn vader runde gedurende deze episode nog de boerderij op Oldijk 8 (zie Oldijk 8). Na het tweede huwelijk van zijn vader in 1962 verruilden Bert en Detty Oosterhoff ’t Veloatje voor de boerderij van zijn vader (zie verder Oldijk 8). Op Oldijk 8 werd hun laatste kind geboren:


Vóór ’t Veloatje in 2010:Van links naar rechts: Zoon Albert, echtgenote Marjon, Detty en Bert Oosterhoff

Bert Oosterhoff overleed op 27 november 2019 in Biddinghuizen.