1858 – 1896 Harmannus Kuiper en Alktje Wiemers Renkema
Zoals vermeld in de vorige episode trouwde Alktje Wiemers Renkema op 21 februari 1857 met de 43 jarige landbouwer Harmannus Kuiper uit Fransum.
Harmannus was geboren op 20 mei 1813 te Fransum en was een zoon van landbouwer Hinderk Egberts Kuiper en Jantje Harms (Wieringa), die beiden al vóór zijn huwelijk waren overleden.
Zij kregen twee dochters op Oldijk 4:
- Grietje Kuiper, geboren 10 januari 1858
- Jantje Kuiper, geboren 14 november 1859
Jantje Kuiper overleed al na een paar maanden op 10 januari 1860.
Een jaar later werd de “nieuwe” Jantje geboren:
- Jantje Kuiper, geboren 14 november 1861
En dan weer twee jaar later hun eerste zoon:
- Wiemer Kuiper, geboren 31 december 1863
En zo bestond vanaf 1864 het gezin uit de oude Wiemer Jans Renkema, Harmannus Kuiper, zijn vrouw Alktje Wiemers Renkema, twee dochters en een zoon.
In 1864 bracht de weduwe van de oud molenaar van de Schoorster molen, Jacob Ritzes Mulder, hun boerenbehuizing Schoorsterweg 1 (nu fam. IJpema) in de publieke verkoop. Daar hoorde ruim 5 ½ hectare land bij, wat buitendijks lag langs het Reitdiep, een stuk van 2,27 hectare land wat ten zuiden van de boerderij lag langs de huidige Schoorsterweg, een stukje van 0,93 hectare ten noorden van de boerderij tot aan de dijk, maar ook een stuk land van 2,14 hectare, waarop een huisje stond. Dit is zonder twijfel het huidige adres Schoorsterweg 12 (fam. v.d. Berg), het jaren geleden afgebroken oude huisje op die plek. Dit is interessant, want zo weten we, dat de molen en molenaarshuis, die aan de Schoorsterweg stonden dus kennelijk dan zijn afgebroken met het vertrek van de laatste molenaar Jacob Ritzes Mulder.
Waarom zo uitgebreid hier op in gaan bij Oldijk 4: Harmannus Kuiper was op deze publieke verkoop en kocht het perceel land ten zuiden van deze boerderij, dus 2,27 hectare voor 3450 gulden. Dit stuk land is tot en met de episode “Alma” bij de Ritsemaheerd gebleven.
In 1867 verbouwden Harmannus Kuiper en Alktje Renkema de boerderij, zoals blijkt uit de nog altijd aanwezige gevelsteen van Oldijk 4:
Tweede gevelsteen Oldijk 4 (foto fam. Terpstra)
Harmannus Kuiper was kennelijk een sociaal man. Daar werd volgens onderstaand artikel misbruik van gemaakt:
Provinciale Drentsche en Asser Courant van 30 september 1868 (Delpher)
Dan verschijnen er drie familieleden op de boerderij:
- Tussen 1864 en 1870 Geertje Zielstra. Vermoedelijk gaat het hier om Geertje (Louwes) Zijlstra, geboren in december 1810. Volgens de burgerlijke stand zou zij een nicht zijn, maar ik heb geen familierelatie kunnen ontdekken tot nu toe
- Op 3 augustus 1870 Jan Niewold, een neef (22 jaar)
- Op 22 juli 1871 Jantje Niewold, een nicht (27 jaar)
Jan Niewold en Jantje Niewold waren kinderen van Eite Jans Niewold en Maike (Meike) Hindriks Kuiper, welke laatste een zus was van Harmannus.
Intussen was de dan 45 jarige Alktje Wiemers Renkema op 10 april 1871 overleden, haar man Harmannus Kuiper, dochters Grietje (13) en Jantje (9) en zoontje Wiemer (7) achterlatende.
Wellicht was nicht Jantje Niewold op de boerderij gekomen om Harmannus te helpen met de verzorging van de kinderen.
Een jaar later overleed de 80 jarige schoonvader van Harmannus Kuiper, Wiemer Jans Renkema op 10 oktober 1872.
Nicht Jantje Niewold vertrok al weer een jaar later op 19 december 1872 naar Aduard. Een half jaar daarna verliet ook Geertje Zielstra (Zijlstra) de boerderij op 30 juni 1873 en ging naar Grootegast.
In 1875 kocht Harmannus de beklemming af, die nog steeds rustte op Oldijk 4 en landerijen, groot 23.13.20 hectare. De eigenaren van die beklemming, Hinderk Nannes Addens, koopman en landeigenaar te Bellingwolde en zijn kinderen verkochten de beklemming voor 3.500 gulden.
Neef Jan Niewold vertrok op 5 juli 1879 naar Aduard, zodat nu nog Harmannus Kuiper en zijn drie kinderen Grietje, Jantje en Wiemer op de boerderij woonden.
Personeel Oldijk 4 in deze periode
Oldijk 4 kende vele inwonende dienstbodes, werkbodes en boerenknechten. Vóór 1 januar 1880 waren er op de boerderij de volgende personeelsleden:
- Reitse Terpstra, werkbode, geboren op 12 oktober 1863 te Feerwerd en zoon van het daglonersechtpaar Luitje Meinderts Terpstra en Klaaske Korhorn. Hij vertrok op 20 mei 1880 naar Oldehove
- Wiebe Meijer, eveneens werkbode, geboren op 13 november 1858 te Ezinge, zoon van arbeider Roelf Geerts Meijer en zijn vrouw Grietje Jakobs Wolters. Hij ging ook rond dezelfde tijd naar Oldehove, namelijk op 5 juni 1880)
Maar inmiddels had zich al weer een nieuw personeelslid aangemeld, die op de boerderij kwam wonen:
- Okke van Zellingen, dienstbode vanaf 1 mei 1880, geboren op 6 september 1857 te Ezinge, zoon van arbeider Berend Okkes van Zellingen en Willemke Broers Helmers (Willemke was geboren op Oldijk 1, zie Oldijk 1). Okke kwam van Oldehove. Wanneer hij weer vertrokken is verluidt het bevolkingsregister van Ezinge niet.
Op 28 december 1880 deed opnieuw een werkbode zijn intrede:
- Jakob (Ritse) Mulder, geboren op 21 december 1864 te Ezinge, zoon van koopman Heike Jakobs Mulder en Aaltje Jans Huizinga. Jakob kwam van Oldehove en had het kennelijk naar zijn zin op Oldijk 4, want pas bijna 5 jaar later vertrok hij op 21 september 1885 naar Groningen
Daarna meldde zich na vier mannelijke personeelsleden een vrouwelijke arbeidskracht:
- Sjouktje Bosma, dienstbode, geboren op 16 februari 1860 te Sebaldeburen, dochter van dagloner Feitze Diemers Bosma en Hendrikje Piers Kramer. Ruim een jaar later ging ze op 9 juni 1881 aan het werk in Aduard
Nog vele personeelsleden passeren de revue:
- Jan Ploeg, vanaf 31 mei 1882 werkbode, geboren 13 augustus 1859 te Hogemeeden, zoon van arbeider Hendrik Ploeg en Frouke Postema. Hij kwam van Zuidhorn en ging 14 oktober 1882 naar Aduard
- Klaas Wiersema, vanaf 16 mei 1883 boereknegt, geboren 24 maart 1857 te Saaksum, zoon van arbeider Hendrik Wiersema en Hindriktje van der Gulden. Klaas kwam van Oldehove en ook hij bleef lang op de boerderij. Pas 5 jaar later vertrok hij op 21 mei 1888 naar Winsum
- Grietje Dijkstra, vanaf 10 juni 1883 werkbode, geboren 17 augustus 1862 te De Waard (Grijpskerk), dochter van arbeider Klaas Dijkstra en Tjitske Hoeksema. Ze kwam van Oldehove en ging daar naar terug op 26 augustus 1884
- Hendrik van der Laan, dienstbode vanaf 5 december 1883, geboren 20 maart 1866 te Ezinge, zoon van dagloner Jan van der Laan en Martje Tjapkes. Hij kwam van Oldehove, wanneer hij vertrok en wanneer is niet bekend
- Jan Wieringa, dienstbode rond 1887, geboren 7 maart 1871 te Aduard, zoon van arbeider Derk Wieringa en Jantje Noord. Hoe lang hij op Oldijk 4 bleef is niet bekend
- Anne Rot, dienstbode per 28 juli 1887, geboren 31 mei 1872 te Garnwerd, zoon van dagloner Pieter Jans Rot en Foktje de Jongst. Hij kwam van Winsum en vertrok op 8 juli 1889 naar Aduard
- Jan Huizingh, boereknegt rond 1889, geboren 14 april 1871 te Den Ham, zoon van arbeider Roelf Huizingh en Grietje Wiersema. Jan Huizingh vertrok op 4 juni 1892 naar Leens
- Willemina Siekman, dienstmeid rond 1889, geboren 15 februari 1870 te Groningen, dochter van dienstmeid Eltje Siekman (vader onbekend). Zij ging 21 mei 1891 naar Adorp
- Hendrikje Triemstra, dienstbode rond 1890, geboren 25 september 1869 te Buitenpost, dochter van arbeider Gerke Triemstra en Antje Ubele Senneker. Ze kwam uit Oldehove en keerde daar op 20 juni 1891 naar terug
- Harke de Vries, boereknegt rond 1890, geboren 8 mei 1867 te Oldehove, zoon van dagloner Siebe van der Vries en Hendriktje Weites. Harke kwam van Oldijk 5, het is onduidelijk hoe lang hij op Oldijk 4 bleef
- Jan Wieringa, boereknegt rond 1890, geboren 22 oktober 1873 te Aduard, zoon van arbeider Derk Wieringa en Jantje Noord. Jan vertrok op 27 april 1898 naar Zuidhorn
- Leendert de Wit, boereknegt rond 1890, geboren 7 augustus 1868 te Fransum, zoon van de koornschipper Ate de Wit en Teupke Hoffenkamp. Hoe lang Leendert op de boerderij bleef is niet duidelijk geworden
- Pieter Meijer, dienstbode vanaf 1 september 1890, geboren 17 juni 1875 te Saaksum, zoon van dagloner Lubertus Meijer en Aaltje Carmio. Pieter kwam van Oldehove en vertrok weer naar hetzelfde dorp op 17 augustus 1893
- Thijs Schuttinga, dienstbode vanaf 18 september 1891, geboren 17 augustus 1868 te Oldehove, zoon van dagloner Andries Schuttinga en Nanke Spoelstra. Thijs verliet de boerderij op 7 december 1893 en vertrok naar Usquert
- Lukas Bolhuis, dienstbode vanaf 26 november 1894, geboren 26 juni 1875 te Niekerk, zoon van arbeider Klaas Bolhuis en Hinke Hoekstra. Lukas kwam van Adorp en verliet Oldijk 4 op 8 juli 1895 om naar Hoogkerk af te reizen
- Grietje Spinder, dienstbode vanaf 19 mei 1894, geboren 24 mei 1874 te Ezinge, dochter van dagloner Hart Pieters Spinder en Sjoukje Pieters Storm. Grietje werkte eerst nog op een andere boerderij in Ezinge voordat ze op 9 mei 1895 naar Oldehove vertrok, waar ze ook vandaan kwam
- Geeske Niemeijer, dienstbode vanaf 18 juni 1894, geboren 25 mei 1877 te Den Ham, dochter van arbeider Jan Niemeijer en Sietske Knoop. Geeske kwam van Aduard en vertrok op een gegeven moment naar een andere boerderij in Ezinge
Het was op Oldijk 4 dus een komen en gaan van heel wat personeel! Nog lang waren de bedsteden van het personeel te zien in Oldijk 4. Pas in de episode”Mei 1967 – augustus 2000 Bertus Terpstra en Helena Trijntje Veldman” zijn deze bedstedes verdwenen.
Terug naar de familie van Oldijk 4.
Dochter Jantje Kuiper (21 jaar) trad op 23 december 1882 in het huwelijk met de 24 jarige landbouwer Ugo Hijlkema uit Mensingeweer. Kort daarna verliet ze de boerderij op 22 januari 1883 en ging in Mensingeweer wonen. En zo boerde Harmannus Kuiper verder op Oldijk 4 met zijn zoon Wiemer Kuiper en zijn dochter Grietje.
Aan de periode Harmannus Kuiper kwam op 20 mei 1896 een einde, toen hij op de boerderij overleed. Hij was 83 jaar geworden, buurmannen Jakob Terpstra van Oldijk 6 en Alle Alberts van Oldijk 2 waren getuigen bij het opstellen van zijn overlijdensakte.
Nieuwsblad vh Noorden van 24 mei 1896 (Delpher)
Fragment grafsteen Grietje en Harmannus Kuiper, begraafplaats Ezinge