Historie van de Oldijk - Ezinge

1540 - ca.1579 Cornelys Jacobz

Op het allereerste overzicht wat tot nu toe beschikbaar is, de jaartax 1540 (zie beschreven bij andere panden aan de Oldijk) komt Oldijk 5 al voor.
Meijer is op dat moment Cornelys Jacobz, die dan 54 ½ gras land heeft (ongeveer 27 hectare), zowel binnen als buiten de Oldijk.
Op de dijkrol van Humsterland van 1562 komt meijer Cornelys Jacobz eveneens voor, dan geschreven als “Cornelis Jacobs”. Eigenaren van de boerderij zijn volgens die dijkrol Claes Clant en Audt Bauwema.

Claes Clant was een van oorsprong Groningse jonker, die op de Clant state woonde in Augsbuurt (bij Kollum). Hij kocht dit steenhuis in 1536, toen heette het nog Harkema Heerd (Overzicht van de bouwkunst in Noordelijk Oostergo). Later verhuisde hij naar Kollum. Hij was getrouwd met Anna Harckema.

Bij de Hoge Justitie Kamer van Groningen (HJK) komen we deze uitspraak tegen: Aut Bauwema beropt contra Cornelius Allersumma ende Johan Hiddinge rechters, Rempt Menckumma voermont myt sijne voegeden parten over enen unrechten doem, actum op den XII dach octobris anno etc. LIII. (HJK 52, pag273.5 dd 12-10-1553, Groninger Archieven)

Waar de zaak over gaat wordt niet genoemd, maar dat het in Ezinge speelt, lijkt wel zeker. Aut Bauwema was dus kennelijk ook in 1553 al actief in Ezinge, wellicht als (gedeeltelijk) eigenaar van de grond van Oldijk 5.

Op 30 december 1563 werd Oldijk 5 uitgebreid met een stuk land van 12 grazen, wat hoorde bij huidig Barnwerderweg 9 (nu anno 2019 de boerderij van Klaas Huizinga): Botto van Mockema en Wybrandt Roorda, mede wegen hun huisvrouwen, Rempt Jensema en Albert Jerges, mede wegen hun huisvrouwen, en Rixte Germis scheiden 12 grazen land, door hen mandelig bezeten gebruikt door Hendrick ter Horn. Hiervan ligt 4 1/2 (‘vijftehalf’) grazen met als grenzen: ten westen Anna Leeuwens (= Anna, weduwe van Harmen Lewe), ten oosten die Olde Dijck, ten zuiden Claes Clant en Anna Sutma, ten noorden Broersema. (Groninger Archieven inv.nr. 619 Borg Farmsum, Regest 471)

Van dit stuk land lag in ieder geval 4 ½ gras tussen het land van Oldijk 6 en Oldijk 5, gebruikt door Hendrik ter Horn. De zwetten zijn namelijk ten westen Anna Leeuwens, wat Barnwerderweg 9 zal zijn geweest, ten oosten grenzend aan de Oldijk, ten zuiden aan Claes Clant, zijnde Oldijk 5 en ten noorden Broersema, wat Oldijk 6 was.
Op de dijkrol van Humsterland bleef dit stuk land apart geregistreerd, maar had dezelfde eigenaren en meijers als Oldijk 5 zelf.

In 1573 treffen we in het archief van de HJK deze uitspraak aan: Anno 73 de 9 dach september bin ick mit dem Erbare Egbert Alberda gereijset na Esinga um te meten eijnen heert landes gelegen up Oldijck under Esinger klockslach den welcken heert sijn en tom dele bijder keersen wthganck gekoft heft emde de Er: salige Claes Clant to Collum tobehoert heft daer Cornellis Jacops op woent ende ende bruijcker aff is. So is de solve gehele heert na rechter calculator der aritmetica ende geometrija na Esinger rode ende grastalen groet bevonden 41.5 gras landes ende 20 roden den is de halve eer tan grote 20.75 en 10 roden do na ijder gras verkoft is voer 44 e gl so belopt de halve heert 914 e gl ende 25 st ( HJK 617, Fol. 17v)

Met dank aan Gert Schansker (die ook meerdere en hier volgende uitspraken voor mij “vertaalde” ) kan ik over deze uitspraak het volgende vertellen:
Egbert Alberda kocht het deel van Oldijk 5 in 1573 wat van de overleden Claes Clant to Collum was; Cornellis Jacops is (dus nog steeds) de meijer oftewel de huurder van het land waarop ook de boerderij staat.
Iets bij de keersen kopen betekent dat het op het wijnhuis in Groningen (stond op de huidige plek van het gemeentehuis) op een heel speciale manier verkocht werd. Men ontstak een kaars en zolang de kaars brandde kon men bieden. Vervolgens werd een week later de procedure nog eens herhaald en wie bij het uitgaan van de tweede kaars het hoogste bod had uitgebracht werd koper.Er werd meestal per gras of juk geboden en dan moet je wel weten hoe groot het stuk land is dat gekocht was. Gerrit Hopper was beëdigd landmeter van de Hoge Gerechtskamer en mocht de omvang van het gekochte land van Oldijk 5 bepalen.

Na in ieder geval meer dan 38 jaar te hebben geboerd op Oldijk 5 deed Cornelis Jacobs de boerderij over aan Peter Cornelys, gezien de voornaam van de vertrekkende meijer en de achternaam van de komende meijer wellicht familie, misschien wel zijn zoon. (in die tijd werd heel vaak de achternaam van het kind gebaseerd op de voornaam van de vader). Maar het kan natuurlijk ook toeval zijn.