Rond 1400, doorbraak van de Oldijk
In de 14de of 15de eeuw was er sprake van een doorbraak van de Oldijk. Nabij Suttum werd door het snelstromende water een gat in de dijk uitgeschuurd, waardoor achter de dijk een kolk ontstond. In de loop der tijd is de kolk ondieper geworden. In 1821 wordt hij op een kaart nog als “Poel” omschreven (zie ook Oldijk 8a). De doorbraak was tussen huidig Oldijk 5a en Oldijk 10.
Het klooster van Aduard
De loop van de Oldijk bij de kolk is veranderd. Na 1830 is er een nieuw deel weg rechtdoor de kolk gelegd, die kennelijk ondiep genoeg was geworden. De gemeente had alleen verzuimd het weggevallen gedeelte van de Oldijk over te dragen aan de aanpalende boeren. Landmeter Barenbroek van het kadaster kwam daar achter en wees de gemeente op deze fout. Op 15 juli 1870 werd het weggevallen deel van de Oldijk niet meer "publiek" verklaard en kregen Folkert Jacobs Folkerts (van Oldijk 5 behorend bij Oldijk 8) en Jan Pieters Antuma van Oldijk 10 de stukjes Oldijk van de gemeente officieel in bezit (resp. 10ca en 61,25a). Julle Zuidveld daarentegen mocht een stuk land gratis afstaan aan de gemeente (bij de bocht aan de kant van Oldijk 3, 7,8a)
Bij hevige regenval is die poel aan de Oldijk nog steeds te zien.
Oldijk met links de poel na zware regenval en op de achtergrond links Oldijk 5a en rechts Oldijk 8. Foto vanaf Suttum genomen (eigen foto 2011)