Historie van de Oldijk - Ezinge

Mei 1967 – augustus 2000 Bertus Terpstra en Helena Trijntje Veldman

Eigenaar van de boerderij is eerst nog de vader van Bert(us) Terpstra, Evert Harm Terpstra. Bert en Leny Terpstra trouwden op 4 augustus 1967 in Wehe den Hoorn , het was een regenachtige dag weet Leny nog. Kerkelijk trouwden ze in Leens.
Leny is geboren in Zuurdijk in 1945, dochter van Willem Veldman en Trijntje Elema. Via haar moeder is Leny een verre nazaat van Sirp Elama. Sirp Elama bewoonde de Allersmaborg in de 16de eeuw.
Dit is haar familielijn:

  1. Leny (Helena Trijntje) Veldman, gehuwd met Bertus Terpstra
  2. ouders Leny zijn landbouwer Willem Veldman en Trijntje Elema (geh. 1939)
  3. ouders Trijntje Elema zijn koopman Reinder Elema en Helena Wieringa (geh.1887)
  4. ouders Reinder Elema zijn winkelier Warner Elema en Maria Kamphuis (geh. 1861)
  5. ouders Warner Elema zijn landbouwer Sirp Reinders Elema en Aaltje Warners de Vries (geh. 1832)
  6. ouders landbouwer Sirp Reinders Elema zijn landbouwer Reinder Sirp Elema en Geertje Berends Burema (Boerema)
  7. ouders Reinder Sirp Elema zijn landbouwer Sirp Reinders (Sierp Rienders) Elema, landbouwer op Bottemaheerd te Westeremden en Fokeltje Jans (geh. 1769)
  8. ouders van Sirp Reinders Elema zijn Reiner Haijes Sirps Elema(geb. 1707) en Trijntjen Hendricks (Hommes)
  9. ouders van Reiner Haijes (Sirps) Elema zijn Sirp Aijckes Elama en Jantje Jacobs (zijn tweede vrouw)
  10. ouders van Sirp Aijckes Elama zijn Ayke Reinders (geb. rond 1640) en Grietje (Popkes) Eeuwes (eerder getrouwd met Sirp (Jacobs) Elama)
  11. ouders van Sirp (Jacobs) Elama zijn Catharina Sirps Elama en Jacob Clasen (eerder getrouwd met Thomas Harmens)
  12. Catharina Sirps Elama (geb. 1560) was een dochter van Sirp Elama tho Allersma Sirp Elama was Overste schepper van Aduarderzijlen. Zijn naam staat op de kerklok van Ezinge (naast een aantal andere namen). In 1581 werd hij vanuit Allersmaborg gevangen genomen door de graaf van Renneberg, waar hij later weer terugkeerde met o.a. zijn moeder (zie verder het familieboek Elema, samengesteld door F.R. Elema, genealoog te Ermelo)

Na hun huwelijk gingen Bert Terpstra en Leny Veldman eerst op Oldijk 1 wonen (zie verder Oldijk 1), omdat Bertus Alma nog op de boerderij verbleef (zijn huis aan de Van Swinderenweg was nog niet klaar). Oldijk 1 was net leeg gekomen, omdat (oom) Arie Ritzema (zie Oldijk 10, Oldijk 5a, Oldijk 8 en Oldijk 1), die daar woonde, naar de toen door hem nieuw gebouwde boerderij Oldijk 5a verhuisde. Leny was zwanger en daarom moesten ze snel een woonplek hebben.

In november 1967 betrokken ze dan Oldijk 4, waar nog erg veel aan moest gebeuren. Ze begonnen met de ongelijke vloer (door het verzakte voorhuis) te herstellen, hier en daar een behangetje. De familie Alma kookte in de stookhut in de winter en in de zomer in de koestal (Grietje Kuiper, de vrouw van Bertus Alma, wilde geen kookgeuren niet in huis) en dat zagen Bert en Leny niet zo zitten. Ze plaatsten een voorlopig keukenblokje in de ene bedstede en van de andere bedstede werd een inloopkast gemaakt. Een klein kamertje beneden werd tot kinderkamer omgetoverd. In het melklokaal zat toen nog een bedstede voor de meid en in de stal was een bedstede voor de boerenknecht. Er was nog geen waterleiding, elektriciteit was net aangelegd (in 1965). In 1966 was er wel al een wateraansluiting, maar die was alleen aangesloten op de hoofdkraan in de kelder en niet verder doorgetrokken naar de rest van het huis. In het keukentje in de stookhut was een waterpomp. Dat water moest vóór gebruik dan wel eerst worden gekookt.
Slapen deden ze voorlopig in de aanbouw (de voormalige serre, zie eerder). Het was eigenlijk kamperen in het eigen huis. De achterkamer was nog een salon, welke later eerst nog in tweeën is gesplitst om er een kleine keuken en slaapkamer van te maken. Nog weer later is de hele salon bij de woonkamer getrokken en werd daar een keuken in geplaatst. Jaar in jaar uit zijn ze bezig geweest om de boerderij op te knappen.

Bert was wel al vanaf 1 mei 1967 de 22 koeien gaan melken, die hij van zijn ouders van Oldijk 6 had meegenomen naar Oldijk 4. Bertus Alma had zelf weinig koeien en was voornamelijk akkerbouwer (zie episode “1931 – mei 1967 Lambertus Harm Alma en Grietje Kuiper”).
Per saldo bleef er voor Oldijk 4 bij de verkoop 23.13.20 hectare land over. Hiervan lag een gedeelte pal voor de boerderij in een punt aan de westkant van de Oldijk, waarvan de spitse punt tot aan de Barnwerderweg liep en direct ten zuiden van de boerderij Rond Swienshok uitkwam. De rest van het land lag in een strook langs de Oldijk tussen Oldijk 2 en Oldijk 4, het land tussen Oldijk 4 en Oldijk 6(anno 2018 tot aan het geitenweidje) en verder achter de boerderij. De vader van Bert Terpstra, Evert Harm Terpstra (zie Oldijk 6) betaalde 231.320 gulden voor de boerderij met land.

Uit het tweewekelijkse overzicht van de zuivelfabriek van Ezinge blijkt dat Bert Terpstra in de eerste week oktober 1967 1945 liter melk leverde en in de tweede week van oktober 1855 liter, tezamen dus 3800 liter melk. Het vetgehalte van die 3800 liter was 4,80, totaal 182,40kg vet, eiwitgehalte 3,55,totaal 134,90 kg eiwit.
Zijn vader Evert Harm Terpstra leverde van Oldijk 6 in diezelfde periode 7056 liter melk. Foppe Dijkstra van Oldijk 2 tot slot leverde in diezelfde periode 2749 liter.

In 1968 vroeg Bert Terpstra vergunning aan voor het laten bouwen van een nieuwe w.c. ruimte met douche:



En dat had Bert zijn vader ook gezegd: “Dat moet er toch als eerste komen!”. Eerst werd een kleine doucheruimte gemaakt, die later werd vergroot. In de gangen lag jarenlang geen vloerbekleding, daar zaten rode brede tegels in. Pas toen er geld vrijkwam van de verkoop van Oldijk 6 (was nog voor een deel van Bert en Leny, zie Oldijk 6) hebben Bert en Leny de boerderij echt laten opknappen (stukadoren etc.).

Op 14 februari 1968 werd het eerste kindje van Bert en Leny geboren:


begraafplaats Ezinge

In 1968 besloot Evert Harm om het rieten dak van de schuur aan de westkant te voorzien van dakplaten.



In 1969 werd de eerste zoon van Bert en Leny geboren:

.

en een jaar later, in 1970 hun tweede zoon

In 1970 vond er een driehoeksruil plaats tussen twee eigenaren uit Oldehove en Evert Harm Terpstra (eigenaar Oldijk 4 en 6), waarbij hij 4,75 hectare verwierf vóór zijn boerderij Oldijk 6 en het verste gedeelte van eerdergenoemde punt land van Oldijk 4 afstootte (aan Marten Rozema). (Evert Harm Terpsta had ook nog een perceel land van 2.91 hectare aan de Barnwerderweg liggen, wat hij aan Jantinus Otten afdroeg).
Rond hetzelfde jaar werd het achterdeel verbouwd en vergroot om er een dubbele rij koeien in kwijt te kunnen. Daarna konden er 40 koeien staan.

In 1973 werd er weer een telg aan dit gezin toegevoegd:

In 1974 werd van een bergruimte een melklokaal gemaakt. Rond die tijd kreeg Oldijk 4 de eerste melktank en verdwenen de melkbussen. Omdat de zuivelfabriek Ezinge geen mogelijkheden had om melktankwagens te lossen vond voortaan levering van de melk plaats aan de melkfabriek van Domo in Bedum.


Het gezin Terpstra in 1976. V.l.n.r. moeder Leny, Wim, Therese, vader Bert en Evert (collectie fam. Terpstra)

Op 14 januari 1976 kocht Bert Terpstra 9.72 hectare land van zijn vader (Oldijk 4) erbij voor 140.000 gulden. Dat waren de percelen tussen Oldijk 2 en Oldijk 4 (zie eerder) en drie percelen achter de boerderij, die allemaal nog eigendom waren van zijn vader.

In datzelfde jaar werd hun derde zoon geboren

Rond 1976 gingen de meeste melkveehouders over op een melktank. Ook Bert Terpstra had toen een melktank, zoals blijkt uit het jaarverslag van de zuivelfabriek van Ezinge:


uit het jaarverslag van de Zuivelfabriek Ezinge van 1976 (Gron. Archieven)

In januari 1977 brak er brand uit in de keuken van de boerderij door een frituurpan. Gelukkig was de keuken afgetimmerd met gipsplaten, waardoor de verspreiding van de brand werd vertraagd.
Even later in datzelfde jaar in mei vond er een ernstig ongeluk plaats op Oldijk 4. Zoon Evert was op de hooizolder en viel daar vanaf. Hij raakte in coma en het was kantje boord of hij het zou redden. Na bijna een week kwam hij weer bij.

Na het overlijden van de ouders van Bert, Evert Harm Terpstra en zijn vrouw Antje Rizema, gingen de kinderen (Freeke Anna, Martinus Popke, Bertus Jacob, Klaas Hommo, Kunnie Maria en Stientje Trijntje) in februari 1978 over tot verdeling van de erfenis, waar zij elk voor een zesde recht op hadden. Klaas Hommo kreeg Oldijk 6 toegewezen (zie bij Oldijk 6), Bertus Terpstra was nu volledig eigenaar van Oldijk 4 en had tezamen met de hierbij geërfde 15.42 hectare in totaal ruim 25 hectare land.

In 1979 woedde er een enorme sneeuwstorm over het Groninger land (zie ook Oldijk 6). De melkwagen kon de melk niet ophalen en dus moest Bert iets verzinnen om de melk kwijt te kunnen, want de melktank was vol. Bert zette strobalen in het melklokaal en spande daar plastic tussen. Dat plastic moest hij wel eerst “even” ophalen bij buurman Folkerts van Oldijk 5, wat een hachelijke onderneming was, klauterend en ploeterend over sneeuwduinen.
Daar pompte hij de melk in en dekte dat weer met plastic af. Het was koud in het melklokaal dus dat bleef wel koel. Op een gegeven moment kon de melkwagen de boerderij wel weer bereiken. De melk werd van tussen de strobalen weer terug gepompt in de tank, dat zou nu niet meer mogen…… De melkrijder kreeg als dank dat hij gekomen was een fles jenever van Bert en Leny, die de melkrijder later zelf weer weggaf aan een sneeuwploeg, die hem had “bevrijd”. Op een gegeven moment konden ze met de trekker de winkel van Duinkerken in Ezinge weer bereiken (Allersmaweg 1), die boodschappen voor hun had “vastgehouden”. Leny was een trouwe kerkbezoekster, want ze ging zelfs (met Jan Dijkstra van Oldijk 2) met de trekker naar de kerk! De dierenarts kon de boerderijen ook niet bereiken en kwam dan door het land gelopen, waar geen sneeuwduinen lagen. Toen de sneeuw begon te smelten ontstond er wateroverlast. Oude laagtes, zoals de Kliefsloot en bij de Zuiderweg werden zichtbaar en ook bij de oude dijkdoorbraak bij Oldijk 5a stond het water tot over de weg, je kon er nog net door rijden.


Ritsemaheerd in de sneeuw van 1979 (collectie fam. Terpstra)

In 1980 plaatste de EGD een transformatorhuisje bij Oldijk 4.
Rond 1980 gingen Bert en Leny boven slapen op de “graan-zolder”, waar drie slaapkamers waren gerealiseerd met aan de zijkant nog een kleine doucheruimte.
In 1981 behaalde Bert Terpstra een rundveetitel in de categorie Holstein Frisian bij de vier- en vijftallen. In hetzelfde jaar liet Bert een kunstmestsilo plaatsen. In 1983 werd de loopstal gebouwd (ligboxenstal).


Het gezin Terpstra rond 1983. V.l.n.r. Wijtse, Leny, Wim, Bert, Evert en Therese (collectie fam. Terpstra)

In verband met het melkquotum kochten Bert en Leny ook nog op een gegeven moment land bij Engelbert, bij Boerakker en ook in Westerbroek. Toen er aanpalend land vrij kwam van agrariër A.G. Van Wijk kon dat worden aangekocht en de “verre” landerijen worden afgestoten.


Het gezin Terpstra in 1985. V.l.n.r. Therese, Wim, moeder Leny, Wytse, Evert (achter) en vader Bert. Helemaal links hond Tera. (foto familie Terpstra)

In 1986 kocht Bert vervolgens nog van zijn broer Klaas van Oldijk 6 3.6 hectare land, totaal nu bijna 29 hectare. De rest van de verkochte boerderij Oldijk 6 ging naar de landbouwers van Wijk uit Zuurdijk en Nuland van de Barnwerderweg (boerderij Roode Schuur).
In 1989 werden bij veehouder Ridder uit Oldehove diverse dieren ernstig ziek, 45 dieren liepen een loodvergiftiging op. Het bleek te komen van een partij biks, die chemisch verontreinigd was met lood. Dit was ontdekt door veearts Nicolai, die dezelfde biks op Oldijk 4 liet onderzoeken in het laboratorium. In de silo bij veehouder Ridder bleek in totaal 18 kilo lood te zitten. Op Oldijk 4 bleef de schade beperkt tot één overleden kalfje, omdat daar eerst nog een oude partij biks werd gebruikt. De nieuwe voorraad werd tot twee keer toe leeggehaald, toen bleek dat (ook de tweede keer) er besmet voer in zat.
In hetzelfde jaar lieten Bert en Leny een garage bouwen.

In 1990 kwam er weer uitbreiding van Oldijk 4. Bert Terpstra kocht nu 7.58 hectare land van Adrianus Gerardus van Wijk, dat pal achter Oldijk 6 was gelegen, waardoor Oldijk 4 nu groeide naar bijna 37 hectare land.

In de jaren ’90 werd er een helofytenfilter aangelegd bij Oldijk 4, een soort rietveld, wat het afvalwater zuivert tot een niveau dat het niet meer schadelijk is voor het milieu. Dit veld bestaat niet meer, daar staat nu de nieuwe melkveestal op.

Rond 1992/1993 werd Oldijk 4 een maatschap van Bert en zijn zoon Evert.

In 1995 stopte Jaap Folkerts met boeren op Oldijk 5 en kwam zijn boerderij te koop. Van diens land kocht Bert Terpstra bijna 11 hectare land, wat tegenover Oldijk5 lag (aan de oostkant van de Oldijk). De rest ging weer naar Nuland op Roode Schuur. Oldijk 4 telde nu zo’n 48 hectare land.


Ritsemaheerd rond 1995 (collectie fam. Terpstra)

Begin negentiger jaren van de vorige eeuw reed de koninklijke bus van koningin Beatrix over de Oldijk. Oma Trijntje Veldman-Elema zit er helemaal klaar voor en ook Bert heeft zich in passende kleding gestoken om de koningin te begroeten……


Oma zit klaar om de koningin te begroeten (collectie fam. Terpstra)

Toen zoon Evert in 2000 ging trouwen kochten Bert en Leny het voormalige postkantoortje van Ezinge, Allersmaweg 9 van hun neef en nicht en vertrokken van de boerderij.
Eerder was het plan om op Oldijk 5 te gaan wonen, de voormalige boerderij van Folkerts, maar daar zagen ze vanwege de staat van de boerderij van af. Ook een optie op een stuk bouwland aan de Notweg ging niet door.


Bert Terpstra met zoon Evert in de jongveestal , voorjaar 2000 (collectie fam. Terpstra)