Historie van de Oldijk - Ezinge

Deel 13 Verhuizing naar Saaksum (ca. 1913)

Vader en moeder praatten heel vaak over twaalf mei, “op twaalf mei gaan wij verhuizen naar Saaksum”.
Saaksum kende ik goed, daar woonde grootmoe niet ver van de kerk, en al vond ik dat donkere achterhuis griezelig, daar was ik altijd een beetje bang; naar grootmoe was altijd een feest
(grootmoe was Nieske Smit, de weduwe van Jakob Folkerts, ouders van Geert zijn moeder).
Daarom had Saaksum iets vriendelijks voor mij, en daar was het winkeltje van Antje Altink, met het koperen rinkelbelletje, met de gladde zwarte toonbank en met die reuzen stroopkan (vermoedelijk gaat het hier om Antje Reitsema, die getrouwd was met Jan Alting en in Saaksum woonde). Antje Altink had altijd een witte floddermuts op, ze was een vriendelijk oud vrouwtje en ik kreeg soms een pepermunt van haar. Het werd 12 mei en alle kinderen waren thuis om te helpen. Dat bracht gezelligheid mee, maar vader en moeder hadden het zo ongewoon druk, zij leken wel andere mensen.
Vader reed twee wagens voor onze deur en nu moest alles worden opgeladen; ieder moest iets doen en ik moest voor Nellie, de poes zorgen.
Vader gaf me een zoutzakje en daar stopte ik de poes in en toen bond moeder het zakje dicht en nu moest ik verder voor haar zorgen.
Alles was opgeladen, de paarden werden voor de wagen gespannen en ik kreeg een plaatsje achter moeder op de voorste wagen. Ik had een hoog plaatsje op het beddengoed. Nellie had ik op schoot en ik probeerde haar te sussen, maar zij bleef maar miauwen.
De reis was niet ver en met zulk mooi weer was zo’n ritje een mooi verzetje, vond ik.
Boven op onze verhuiswagen had ik een heerlijk uitzicht en ook tijd genoeg om van alles te bedenken en ’t leek ook nog een beetje zondag, want we waren allemaal thuis en ik had altijd een gevoel van “nu is het af”, als we alle zeven thuis waren.
Nu verhuisden we met ons zevenen.
Vader mende de paarden, moeder zat naast vader op het voorbankje, ik zat maar kalmerende woorden te bedenken voor de poes.
Annie stond nog onder de linde, zij zwaaide ons na, we waren allebei vier jaar en op dat zanderige plekje onder de linde waren we groot geworden; nu reden we langs de “geldpaal” langs de iep en de geelgors zat in de top te zingen, net of er niets bijzonder gebeurde, “tsi-tsi-tsi-tsi-tsi-tsèèèèh”.
Toen reden we langs “De Roode Schuur”, we kwamen langs “Rond Zwijnshok”
(Barnwerderweg 1), toen ging het op Saaksum af en nu zag ik in de verte bij de dijk het huisje liggen waar wij gingen wonen, net zo’n huisje als waar we hadden gewoond.
Het ging alles vlot tot bij de brug van Saaksum. Eerst ging het moeizaam tegen de hoge til op en toen ging het met een vaart naar beneden. Vader liep naast de wagen en Jan en Ko probeerden de wagen te remmen.
Gelukkig ging alles goed, de spullen op de wagens gingen wel wat schuiven, maar toen we weer op de vlakke weg reden tussen twee boerderijen was alle gevaar geweken
(links Thismaheerd, anno 2021 b&b Han Meuleman, Roodehaansterweg 1, en rechts Roodehaansterweg 6, anno 2021 fam. Burgler).
Toen draaiden we de laan in naar ons huisje, dat was wel driehonderd meter vanaf de weg. Het lag tegen de dijk gebouwd, een slootje met riet scheidde onze tuin van de dijk, een perenboom met een paar wilgenbomen gaven wat schaduw aan ons nieuwe huis
(dit huisje lag aan het oorspronkelijke noordelijke gedeelte van de Oldijk tussen de Roodehaansterweg en de boerderij bij de kolk, Schoorsterweg 6 anno 2021 fam. J. IJpema. Het huisje heette het “Slanghuuske” en lag onderaan een slinger van de Reitdiepdijk. Het was een arbeidershuisje van Roodehaansterweg 8, anno 2021 fam. Neutel).
De wagens hielden stil en het duurde geen uur of de wagens waren leeg en vader reed ze naar de boerderij. Toen vader terugkwam stond alles al bijna binnen. Grootmoe zorgde voor koffie met krentenbrood en tevreden zaten we allemaal om de tafel.
Eventjes toen het zo holderdebolder naar beneden ging bij de til hadden vader en moeder zich zorgen gemaakt, maar ’t was allemaal goed afgelopen en nu gingen we in dit huisje aan de dijk een nieuw leven beginnen…..

(Nederlands Dagblad: Gereformeerd gezinsblad van 1 juni 1981)




Het “Slanghuuske” aan de dijk tussen Saaksum en de poel rond 1930. Het oude tracé van het noordelijke deel van de Oldijk, waar het huisje aan lag, is nog goed te zien.

  • Volgende periode