18 oktober 1758 - 1789 Jan Beerents en Riemke Luirts
Aan het begin van deze episode zijn de erven van de heer Roosevelt nog blote eigenaar van Suttumaheerd en is Jan Berents de meier.
Jan Be(e)rents en Riemke Luirts trouwden op 27 april 1758 in Hoogkerk.
Omdat Jan Berents op zijn trouwdag nog minderjarig was waren o.a. voogden over hem getuigen bij zijn huwelijk. Deze voogden nemen tevens de honneurs waar voor zijn broer en zus, die eveneens nog niet meerderjarig zijn. Het zijn de voormond Willem Albers, sibbe Cornellis Jans en vreemde voogd Harm Rijkels (zie ook vorige episode).
Voor Riemke Luirts waren haar vader en moeder, Luirt Jans en Gijsseltje Willems, de getuigen. Riemke is op 25 juli 1734 in Ezinge geboren.
Riemke Luirts is een zus van Ida Luirts, die in 1766 trouwde met Gerrit Jans van Zuiderweg 3, zoon van Jan Jans en wijlen Eltje Gerrits.
De oma van Gerrit Jans is Stijntje Pieters wed. van Harm Joosten van Zuiderweg 4. Jochem Gerrits en Renske Fockes van Oldijk 5 zijn zijn oom en tante . Jan Luirts (getrouwd met Aaltjen Arents) is een broer van Riemke, net als Willem Luirts. Hardeweer was dus een gezellig familiehoekje.
Nadat ze waren getrouwd trok Riemke Luirts bij haar man in.
Zoals later blijkt uit een akte van 1790 bleven Jan Beerents en Riemke Luirts kinderloos.
Op 4 juni 1764 had Jan Berents tegelijk met het betrekken van Oldijk 10 12 grazen land (“in twee stukken”) erbij gekocht aan de westkant van de Oldijk. Deze grazen waren eigendom van de erven van de Heer Grevinck, wat geschiedde namens deze erven door de Juffrouw Helena (van) Sijghers, weduwe van predikant Johan Verschuir.
De naaste zwetten waren ten noorden Claas Claassen meierwijze, ten oosten, zuiden en westen de coperen meierwijze. De koopsom was 200Cargls, met een vaste beklemmingshuur van 50gls.
Op 12 juli 1773 verkochten de erven van de heer H. Roosveldt Suttemaheerd aan Jan Beerents voor 8.200gls. Daarmee was Jan Berents van meier eigenaar geworden. Hij betaalde direct 3.700gls. Verder werd afgesproken, dat Jan Berents, die dus nog niet de hele koopsom had betaald, jaarlijks een soort rentehuur betaalde over de restsom. Met andere woorden, zolang de hele koopsom niet voldaan was bleef hij een beetje meier.
Overigens werd de restschuld, zijnde 4.500gls gecedeerd aan de kooplieden Jz:A.Medema, Berent Hulshoff en Pieter Volmer, van welke drie aan Berent Hulshoff door Jan Berents de rentepenningen en aflossingen zouden worden betaald.
Koopakte Jan Berents van 12 juli 1773 (Gron.Archieven)
Tekst:
Johan van Schulenburg J: U: Dr: Weegens de Edele Moogende H. Heeren Borgemeesteren ende Raadt in Groningen Geconstitueerde Richter tot Woltersum cum Annexis etc. Betuige met dezen openen verzegelden brieve, dat persoonlijk voor mij gecompareert ende verscheenen is den koopman Herman Mensinga voor hemzelvs en in qlte als last en procuratie hebbende van de Juffrouw M. Mensinga pred. Blankstein, De Wel Eerwaarde Heer M. Dekens wed. te Uithuisen, noi uxoris als in huwelijk hebbende Juffrouw Elisabeth Mensinga, de Wel Eerwaarde Heer Joh. Mensinga Pred. Op de Meeden in ’t Oltambt, Mejuffer Titia Mensinga, de Heer H. Daun fine uxoris, als in huwelijk hebbende de Juffrouw Johanna Mensinga, Mejuffer Anna Helena Mensinga en de Wel Eerwaarde Heer Jacobus Mensinga pred. Te Franeker, ingevolge de schriftelijke volmagt in dato den 1 julij 1773 bij mij Richter gezien ende geleeden, tezaamen als erffgenaamen van wijlen de Heer H. Roosveldt, dewelke bekenden ende beleeden steede vast ende onweederroepelijk verkogt op en overgedraagen te hebben gelijk doen door deezen aan de E. Jan Beerents / zo meede compareerde, en dezen coop accepteerde / De Eijgendom van een plaatze Zuttema-Heerd genaamt, leggende op Hardeweer onder Esinge, groot circa Drie en seeventig graasen land, doende jaarlijks onder beklemminge tot huire tweehondert en dertig Car:gls, hebbende tot naasten zwetten ten Noorden den Hoog Edelen Gestrengen Heer Collonel H.F. Lewe, de Wel Edele vrouwe mevrouwe de Weduwe van Wijlen den Heer Capt. Keijser, en den Hoog Edelen Gestrengen Heere Raadsheer A.H. van Swinderen, ten Oosten den Wel Edelen Gestrengen Heer en Mr. M.W. De Raadt, ten Zuiden den Hoog Edelen Gestrengen Heere Raadshr. A.H. van Swinderen en de Weduwe van wijlen Garremt Uillersma, en ten Westen de HoogWelGeb. Vrouwe Mevrouwe J. Werndleij Douariëre van wijlen de HoogWelGeb. Heer J.W. van Rossum, met alle derzelver rechten ende Gerechtigheeden , servituiten, lasten ende zwaarigheeden, zoo en in diervoegen door de verkooperen thans is bezeeten geweest, en tot genoegen en met aankomstbrieven (die bij deezen zullen worden overgegeeven) kan worden verdedigt, ook door koper reeds onder beklemminge gebruikt geweest, en tot genoegen is aanvaard. En is zulks verkogt voor eene summa van Agt Duisend twee hondert Car:gls segge f8200=.= van welke coopschatspenningen de verkooper en in zijne qualiteit bekende van den Kooper te hebben ontfangen de summa van Drie duisend seven hondert Car:gls, doende derhalven dezelve door deezen in zooverren quiteren, zullende de resterende Coopschatspenn ter summa van Vier Duisend vijv hondert Car:gls voor eerst over dit verkogte blijven staan, beloovende den Kooper daarvoor ’s jaarlijks Drie Guldens vijv stuivers procento huire in plaats van rente te betaalen, welker eerste jaar zal koomen te verschijnen op den 1 Julij 1774, en zoo vervolgens ’s jaarlijks tot Daage van aflossinge toe, welke aan weerkanten zal konnen en moogen geschieden met opsegginge van een Vierendeel jaars bevoorens de verschijndag: blijvende inmiddels dit verkogte Verkoopers en in qlte eijgen en onverlaaten goed heen en der tijdt het volle coopschat met Diens huiren in plaats van renten zal zijn voldaan ende betaalt. Stellende de Verkooper en qq voor de Vrije leverancie, wagtinge en waeringe voor alle Actien en Aanspraaken voor Dato deezes coops op dit verkogte gelegt, en kooper voor de prompte betaalinge der resterende Cooppenningen met diens huiren in plaats van renten ten onderpande, en wel jeder voor het geheel (ingevolge boovengemelte Volmagt) alle hunne reeds hebbende ofte nog toekoomende geene uitgesonderde goederen, deselve de parate reële Executie, en verders als naar rechte submitterende, onder renunciatie aan alle Exceptien deezen eenigsints contrariërende. Wijders verklaarde de Verkooper en in qlte opgemelte restante Coopschatspenningen ter summa van Vier Duisend vijv hondert Car:gls uit handen van de Cooplieden Jz:A.Medema, Berent Hulshoff en Pieter Volmer in qlte ontfangen te hebben, en daar voor aan Dezelve transporteren, ende te cederen al hun reël en personel regt, en in specie het regt van gereserveerden eijgendom, hen ingevolge opgemelte Coopbrief op het verkogte eenigsints competerende, welke cessie en transport door den Kooper wierde geäpprobeerd ende gehomologeert, met belofte om aan Berent Hulshoff in qlte ofte Diens regt hebbende ’s jaarlijks de beloofde huiren in plaats van renten te betaalen, als meede datgeen regt van eijgendom zal praetenderen, bevoorens meergemelte gecedeerde summa met diens huiren in plaats van renten ten vollen zijn voldaan ende betaalt, met submissie van goederen, en renunciatie als booven. In oirconde der waarheid ende meerdere Vestenisse deezes, hebbe ik, Rigter opgemelt, deezen na gedaene ware belijinge van comparanten met mijn Naams subscriptie en het aanhangen van mijn gewoon zegul gecorroboreert tot Groningen den 12 Julij 1700 Drie en Seeventigh.
Na deze transactie is Jan Berents dus eigenaar en meier van Oldijk 10, wat dan 73 ¼ gras groot is. Daarnaast had hij ook nog de 12 grazen, die hij in 1764 had gekocht, in totaal dus 85 ¼ grazen.
Jan Berents en zijn vrouw overleden voor 29 september 1789, want toen passeerde er een akte, waarin sprake was van de erven van Jan Berents en Riemke Luirts.
Aangezien Jan Berents geen kinderen had werd Oldijk 10 voor de helft geërfd door zijn zus Wiske Berends, die met Derk Reinders was getrouwd (zie episode “Januari 1731 - 1755 Berent Harms en Geeske Jans”). De andere helft erfde Anje Harms, een nicht van Jan Berents en dochter van zijn broer Harm, die kennelijk al overleden was.
Anje Harms was getrouwd met Claas Pieters.
Op 29 september 1789 verkochten Derk Reinders en Wiske Berents hun aandeel in Oldijk 10 inclusief de 12 grazen, die Jan Berents er nog in 1764 bij had gekocht aan Claas Pieters en Anje Harms. Het ging hier alleen om het niet “blote” eigenaarschap van Oldijk 10. Daaruit kan worden geconcludeerd, dat Claas Pieters en Anje Harms de boerderij runden.
Verkoopakte 29 september 1789 (met dank aan Gerrit W. Kuijk)